Een poezebeest, genaamd Clodette,
dat ging ‘s nachts nooit op tijd naar bed.
Op uren dat de mensen slapen,
trippelde zij rond op de daken
en liet daar katers op zich jagen.
Ze hield van aandacht en de jacht,
pronkte met haar kattenvacht,
maar kwam zo’n katermans dichtbij
dan blies-katte-krabde zij:
-ga weg want jij bent niks voor mij!-
Maar omdat ze bij haar escapades
en late dakgootserenades
steeds wijntjes dronk als water,
werd ze de dag erna
toch vaak wakker met een kater.